
In 1920 werd bij de Politie Rotterdam de eerste motordienst van Nederland opgericht. Er kwamen drie stuks t.w. twee Harley Davidsons en een Henderson. Later ook Indian en ACE.

Wordt het een politie motor door er een in uniform gestoken politie agent op te plaatsen? Dat is de makkelijkste weg.
Uiteraard in aangepaste kleding, bestaande uit rijlaarzen met een rijbroek en een platte pet met zeildoeken bovenkant en een jekker van leer.

De motoren bleven zoals ze werden aangekocht, voornamelijk Harley Davidson of Indian. De leverancier was de importeur Stokvis.

De motoren hadden de standaard kleuren waarin ze beschikbaar waren.
Een zijspan kwam aan sommige motorfietsen, waardoor de stabiliteit beter werd en er kon een tweede persoon mee. De zijspannen werden bij Hollandia gemaakt.

Zo werd voortgegaan tot 1940 toen de Duitsers Nederland bezetten en de dienst uit maakten.
Zelf beschikten de Duitsers over grote legereenheden bestaande uit motoren. zonder, voor de ordonnansen en met zijspan dat ook aangedreven was en voorzien van speciale uitrusting en bewapening. De geëigende merken waren BMW, Zündapp en DKW.

Toen in 1945 Nederland werd bevrijd, was alle mobiliteit geroofd of in slechte staat.
Hier en daar werden motorvoertuigen gevorderd of ter beschikking gesteld door de burgerij, die hun auto of motorfiets verborgen hadden voor de vijand, maar de technische staat was erg slecht.De bevrijders hadden echter enorme legervoorraden, in complexen achtergelaten, waaruit door de overheid ruim werd geput.

Voor de motoren viel de keuze op de Harley Davidson die waren we gewend

Ze werden zwart geschilderd en zodoende politiemotoren.
Motordiender word je niet omdat je toevallig van krentenbollen houd. Het is wel meegenomen maar je moet iets met motoren hebben.
Met de ter beschikking gestelde motoren, die niet geschikt waren voor politiedienst, werden na aanpassingen wedstrijden gereden.

De motordienst, onderdeel van de Verkeerspolitie deed ook de technische onderzoeken aan particuliere voertuigen met technische gebreken of betrokkenheid bij aanrijdingen.
Toen de motordienst weer op sterkte kwam, ontstond ook de behoefte aan technici voor de garage. Liefhebbers werden voor de keus gesteld. Of je blijft bij de motordienst, of je wordt Technisch ambtenaar.
Een vijftal koos voor het laatste en verruilde het uniform voor de overall. Toch bleven ze iets met motoren en motorfietsen houden.
Ook de latere monteurs van de motorbox, waren fervente motorrijders en stonden dicht bij de geüniformeerde gebruikers.
Harley Davidson waren nog steeds de gebruikte motoren en gezien het voortschrijdende verkeer werd uitgekeken naar een snellere en handiger motoren concept.
Dat werd gevonden in de Matchless. Het merk had grote successen is de racerij geboekt. Ook nu was de firma Stokvis de importeur.

Inmiddels kroop Duitsland uit het verlies van de W.O II en kwam hun productie van onder meer voertuigen weer op gang.
Hun grote ervaring op motorisch gebied, deed weer motoren van BMW het licht zien.
Verschillende motordienders, deden mee aan grote motortreffens, op hoog niveau, zoals de zesdaagse en anderen in Europa. Ook aan motorcrosses werd deelgenomen, op verschillende typen motoren.


BMW, kwam terug bij de motordienst, met zijspan van Hollandia in standaard zwart.

Eerst met een rechte voorvork en later met de bekende swingarm voorvork.
Nog steeds was een politiemotor een standaard motor met daarop een geüniformeerde politieman.
Later werd aan de zijkanten van het voorspatscherm een sticker met Politie geplakt.
Een wijzende vinger van de bestuurder was voldoende om ander verkeersdeelnemers naar de kant van de weg te sommeren.
Hoewel de zomers en de winters in die tijd zichzelf onderscheiden door warmte, regen en kou, was de kleding niet veranderd. Een zeiltje dat om de tank zat bood bescherming.. (Houten motorfietsen mannen van staal…)
Rotterdam was in de herbouw en grote elders vervaardigde objecten werden onder meer over de weg vervoerd naar hun bestemming.
Zodra ze lang, breed of hoog, dan wel, alle waren die buiten de wettig gestelde maten vielen, moesten worden begeleid door de motordienst.
In het begin werd de motor voorzien van een rood vlaggetje bij de koplamp en zorgde de aanwezigheid van de motordiender voor een vlotte doorgang.
Toen in 1966, de blauwe zwaailichten voor de hulpverlenende diensten wettelijk werden ingevoerd werd dat ook noodzakelijk voor de begeleidingen van lang, breed en hoog transport. En kregen daardoor onbeperkte doorgang.
Begeleidingen werden bij voorkeur met een motor met zijspan gedaan. Je kon makkelijker afstappen omdat de combinatie niet op de standaard gezet behoefde gezet te worden.Dat gaf voor vindingrijke, in de eigen werkplaats, de gelegenheid om een holle buis met daarop een blauw zwaailicht aan te sluiten op een accu en zodanig te laten werken. Het was in 1964 een Rotterdamse primeur. Bij het niet gebruiken werd de installatie in het zijspan opgeborgen.

Ook werd door de motordienders een helm gedragen. De eerste waren van het merk Corck en waren ook van bekleed kurk. Later werd het een glasvezel schaal.
Er bestond behoefte om ook de motoren te voorzien van een boord-radioverbinding met de Centrale Meldkamer. In de tijd van de radio’s met buizen, was dit al moeilijk om in een auto te laten werken.
Maar de techniek schrijdt voort en de radio’s werden kleiner dus werd een plek gezocht in het zijspan. Om te kunnen ontvangen en ook terug te kunnen praten met de meldkamer werd een op het stuur gemonteerde kelk gebruikt waarin zowel een luidspreker en een microfoon verwerkt waren. Het werd met een knop op het stuur bediend zodat ook rijdend de berichten konden worden verstaan en verzonden. Het bedieningskastje voor het volume en de verschillende kanalen, werd op een metalen plaat die over de brandstoftank was gemonteerd aangebracht.

In 1966 werden alle, herkenbare politie voertuigen in wit uitgevoerd. Dit was eigenlijk de eerste herkenning van de politie motor.
Eind 1980, werd in Rotterdam een bescheiden proef gedaan voor bescherming van de berijder van de motorfiets, in de vorm van een schild om de koplamp. Op het front werd “Politie” geplaatst.

Het bleef niet..
Wat ook niet bleef waren de motoren met zijspan en werd in Rotterdam alleen solo gereden.
Toen in 1951 de BMW R 60 werd ingevoerd, ontstond er enige verandering. De motor had een ander concept rechte voorvork en grote brandstoftank. En richtingaanwijzers.
Dat was een probleem voor het bedieningskastje voor de boordradio. In eigenbeheer, werd een ruimte uit de tank gezaagd en een bakje in gelast, waardoor het kastje niet meer boven de tank uitstak. Bovendien ontdekte een slimmerik dat je een poot van een fotostatief kon gebruiken om het blauwe zwaailicht inschuifbaar te maken op een solomotorfiets.
De motorkleding was vervangen van leer door plastic De jekker werd voor de motorrijders vervangen door een witte uitvoering met een oranje (dayglow) oranje jethelm.
De combinatie werd als politiemotor herkenbaar.
Fijnstof kenden we nog niet, maar was er wel. Dat het fijn van structuur was bleek al snel op de witte jekkers. Ondanks een buste in de wasplaats om het schoon te houden, bleef het groezelig.

Bescherming van de bereider werd steeds meer vereist en de motoren werden voorzien van “Gläzer” kuipen, die ook in Dayglow oranje werden uitgevoerd en aan beide zijden van het woord Politie werden voorzien. Ze waren wel wat windgevoelig.
Hierdoor ontstond de herkenbare politiemotor.

BMW zag het gestoei met hun modellen aan en besloot zelf de motorbekleding ter hand te nemen met eigen stylisten en windtunnel. De R100 RS kwam als eerste met een standaardkuip, die de bestuurder beschermde tegen wind en regen.
Het type K 75 kreeg voor de politie uitvoering ook een behuizing voor de boordradio en zijkoffers.
Ook alle voor de politie geleverde motoren van de opeenvolgende types kregen een bekleding van BMW. Zelfs de motorhelmen werden geleverd.

Wereldwijd word BMW, als politiemotor gebruikt. Natuurlijk is dat voor andere merken een aanleiding om een deel van die markt ook te gaan berijden. Moto Guzzi en Honda deden pogingen

Maar BMW bleef de favoriete politiemotor in Rotterdam.

Fred Westerbeke, Politiechef van de Eenheid Rotterdam, was eerder ook Motordiender en kan het niet laten.
Bram Verhoeff